Het onbegrensde ‘ik’
De historische tijdbeleving in Virginia Woolfs Orlando
De roman Orlando (1928) van de Britse schrijfster Virgina Woolf is uniek waar het gaat om de historische tijdbeleving. Het laat zien hoe destructief de tijd de identiteit van het individu versplintert. Ook geeft de roman een open beleving van het verleden. Daardoor leest het verleden alsof het in het ‘nu’ bestaat: iets wat in de geschiedschrijving onmogelijk blijft.

Orlando
De roman Orlando: a Biography (1928) van de Britse schrijfster Virginia Woolf werd afgelopen jaar door de BBC genoemd in de lijst van honderd boeken die ons wereldbeeld hebben veranderd. Het verhaal van de nobelman Orlando, die tijdens de middeleeuwen opgroeit en halverwege zijn twintigste levensjaar – in de achttiende eeuw – op een ochtend ontwaakt als edelvrouw, laat op zien hoe gender en tijd identiteit en gedrag kunnen beïnvloeden.
Logisch dat in een tijd van me-too- en genderdiscussies aandacht is voor Orlando. Maar Woolfs roman gaat niet alleen om geslacht, gender en seksualiteit. Ook de manier waarop de verteller omgaat met het concept tijd en de (historische) biografie-schrijving is uniek. En daar is, wat mij betreft, te weinig aandacht voor.
Bijzonder aan Orlando is, dat Woolf het personage los van de tijd koppelt. Tijd wordt iets wat zich afspeelt op de achtergrond; het is de setting die zo nu en dan verandert, terloops, haast zonder dat de lezer er erg in heeft. Tijd wordt verticaal, in plaats van horizontaal: het is geen lineair verloop meer, maar verschillende tijden bestaan naast elkaar. Het personage Orlando kent zijn/haar eigen tijdsverloop, dat losstaat van het tijdsverloop van de klok en kalender.
“Want als er (naar schatting) zesenzeventig verschillende tijden tegelijk in ons brein tiktakken, lieve help nog aan toe – hoeveel verschillende personen moeten er dan wel niet te eniger tijd in grotere of kleinere aantallen domicilie hebben gekozen in onze geest?”
Woolf, V. (1928), Orlando: a biography
Tijd en historische tijdbeleving
Het concept ‘tijd’ in Orlando moet je opvatten als een tijd, die bestaat uit zo’n zesenzeventig verschillende tijden. Die tijden zijn intrinsiek aan de persoon Orlando. Woolf laat Orlando eeuwenlang leven en smeert daarmee de levensloop van Orlando uit tot een historische ervaring, waardoor deze ‘biografie’ die van de gewone sterveling overstijgt. De verschillende identiteiten manifesteren zich daarnaast ook verticaal: op één moment, in één persoon.
Het biedt de lezer de kans op een unieke historische ervaring, die in het leven onhaalbaar is en in de geschiedschrijving niet voorkomt. De romancier is hier bij uitstek degene die het verleden oproept, in alle chaos en openheid van het nu. Dit, in tegenstelling tot de historicus, die het verleden alleen kan bespreken als een logisch, geordend en vastgelegd geheel.
Harry Mulisch stelde dat vooral de literaire schrijver in staat is om het verleden aanwezig te laten zijn. Hij schreef:
Maar het moet zijn als bij een literair meesterwerk, waartoe men steeds kan terugkeren en waarin men altijd nieuwe dingen ontdekt: het is onveranderlijk en het is niet onveranderlijk – dat is het adequate beeld van de geschiedenis. [..]
De geschiedschrijving, daarentegen, slaagt er zelden in om in de akt van het lezen die openheid van het nu op te roepen. Voor haar gebeurde het vrijwel altijd toen, terwijl er ‘toen’ nooit iets gebeurd is: alles wat er ooit is gebeurd, is in een nu gebeurd.
Mulisch, H. (1990), De neus van Cleopatra. In: De Zuilen van Hercules. Amsterdam.
Volgens Sander Bax (2009) lost Mulisch zelf dit ‘toen-en-nu-probleem’ op, door traumatische herinneringen op te roepen. Mulisch stapelt verschillende historische oorlogen op elkaar te in één mythologische tekst, waardoor de horizontale tijd (van toen naar nu) omgebogen tot een verticale tijdeloosheid (alle tijden gestapeld). Woolf deed praktisch hetzelfde – en al veel eerder. Wat normaliter na elkaar wordt geplaatst, wordt in één ruimtelijke structuur ondergebracht. En bijzonder: Woolf doet het binnen één personage.

Het trauma van de historisch gebeurtenis
Het verleden wordt opgeroepen als een traumatische herinnering (Zie: Frank Ankersmit, 2007*). De coherente interpretaties van de officiële geschiedschrijving onttrekken ons het zicht op het persoonlijke en subjectieve verhaal van de geschiedenis. Ze kunnen alleen beschreven worden als trauma; als een kloof tussen het nu en het toen:
Het antwoord op het raadsel waar het verleden ons voor plaatst, is dat het een grote ravage was: in zijn oorspronkelijkheid is de geschiedenis ongeordend, zinloos en zonder doel.
Bax, S. (2009). Met zijn rug naar de toekomst: Harry Mulisch als historicus van de Tweede Wereldoorlog.
De schrijver is op zoek naar een literaire vorm waarin hij de historische en ruimtelijke afstand tussen het moment van schrijven en de historische gebeurtenis kan opheffen. Orlando ervaart een kloof tussen en nu en het toen: hij/zij leeft in alle tijden tegelijk. Daarnaast is hij/zij zowel een man als een vrouw. Orlando kent meerdere identiteiten en persoonlijkheden. Denk aan de zesenzeventig klokken die tegelijkertijd in het brein tiktakken:
Orlando was een vrouw geworden – dat valt niet te ontkennen. Maar in ieder ander opzicht was hij dezelfde gebleven. Deze geslachtsverandering wijzigde weliswaar de hem en haar beschoren toekomst maar in geen enkel opzicht hun beider identiteiten.
Woolf, V. (1928). Orlando: a biography
Gespletenheid
Het besef van de verloren identiteit, zorgt er op paradoxale wijze voor dat deze behouden blijft. Om met Hegel te spreken: men is geworden wat men niet langer is. Net als bij het aura van Walter Benjamin toont de vroegere identiteit zich wanneer hij voorgoed verloren blijkt. De traumatische verandering of gebeurtenis kan niet overwonnen of geneutraliseerd worden door haar te weigeren deel te laten uitmaken van de nieuw verworven identiteit. Men moet een nieuwe identiteit aannemen. En ook bij Woolf is de traumatische ervaring angstaanjagend:
Plotseling klonk er een stem, vreselijk en onheilspellend, zo angstaanjagend en beklemmend, dat deze de zelfkweller in Orlando de haren te berge deed rijzen, het was de stem van de St. Paul die de eerste slag van middernacht liet horen. [..] Bij de twaalfde slag van het middernachtelijk uur was alles volledig duister. Het was een en al duisterheid; het was een en al twijfel; het was een en al verwarring. De achttiende eeuw was ten einde; de negentiende eeuw was begonnen.
Woolf, V. (1928) Orlando: a biography
Telkens wanneer Orlando in een nieuwe tijd komt, wordt dit omschreven als een schokkend en destructief moment (“Terwijl zij sprak, weerklonk de eerste slag van middernacht. De kille bries van het heden streek langs haar gezicht met een zweem van angst.” Woolf, V. [1928]). Orlando verandert steeds na dit soort gebeurtenissen. Woolf schrijft dat het heden Orlando meerdere malen een slag op het hoofd geeft: de toekomst kondigt iets veelbelovends aan, maar gaat ook gepaard met een zekere angst voor het onbekende.
Bijna honderd jaar na publicatie is Orlands een boek dat ons wereldbeeld verandert. Woolf lijkt niet zozeer geïnteresseerd in de chronologie van gebeurtenissen, causaliteit of onderlinge verbanden. Woolf stelt zichzelf voor het vraagstuk van de gelijktijdigheid van de persoonlijke en de grote (politieke) geschiedenis: van het kleine en het grote, het weinig betekenende en het wereldgebeuren. Ze lijkt zich af te vragen hoe een schrijver ook aan de kleine, persoonlijke geschiedenis de betekenis geeft die ze verdient.
* Frank Ankersmit (2007) legde het historisch trauma uit als: “de collectieve ervaring van een groep mensen over de meest dramatische transformaties die de West-Europese beschaving heeft ondergaan”.
Literatuur
Ankersmit, F. (2007). De sublieme historische ervaring. Historische uitgeverij: Groningen;
Bax, S. (2009). Met zijn rug naar de toekomst Harry Mulisch als historicus van de Tweede Wereldoorlog. Nederlandse Letterkunde. Jaargang 14;
Mulisch, H. (1990), De neus van Cleopatra. Uit: De Zuilen van Hercules. Uitgeverij De Bezige Bij: Amsterdam.
Woolf, V. (1928). Orlando: a biography. Hogarth Press: London.